Gemiddeld krijgen we in Nederland slechts 20 gram vezels binnen op een dag (echt te weinig). Wanneer je dan bonen gaat toevoegen aan je voeding, krijg je ineens veel meer vezels binnen. Maar ook als je al veel groenten, fruit en volkoren granen eet kunnen peulvruchten problemen veroorzaken. Peulvruchten zijn namelijk super vezelrijk. 100 g gekookte kidneybonen bevat namelijk 10 g vezels.
Die vezels verteren we niet zelf. Dat doen de (2 kg) microben in onze darmen voor ons, zij leven van die vezels. Wanneer je je voeding vezelrijker maakt door bijvoorbeeld het toevoegen van vezelrijke bonen kan dat even schrikken zijn voor onze microben. Er is ineens wel HEEL veel te eten, eigenlijk te veel. De microben moeten zich hierop aanpassen en zichzelf vermeerderen. En dit proces kan gepaard gaan met een opgeblazen gevoel, kramp en winderigheid.
Door te trainen. Echt waar. Ook je darmen kun je trainen. Door met een kleine hoeveelheid peulvruchten te beginnen. Denk bijvoorbeeld aan een eetlepel, of een halve eetlepel. Bouw dit dan langzaam op. Hierbij is wel belangrijk dat je dit meerdere keren per week eet, om het goed op te bouwen. Zo kan je darmflora zich aanpassen. De bacteriën die de betreffende boon verteerd zal zich vermeerderen. Net zoals spieren die sterker worden bij het trainen voor een wedstrijd, sla zo min mogelijk trainingen over dus!
Linzen worden over het algemeen het best verdragen, daarna de erwten zoals groene erwten of kikkererwten. Bonen die de meeste winderigheid veroorzaken zijn meestal de bonen zoals zwarte bonen, kidneybonen, bruine bonen etc. Bouw langzaam op van linzen naar bonen.