koolhydraten dikmakers?

Zijn koolhydraten slecht?

Een vaak gehoorde opmerking: ‘Nee, ik eet geen brood of pasta meer, daar word ik dik van.’ Maar is dat nou daadwerkelijk zo? Waarom hebben koolhydraten zo’n slechte naam?

Koolhydraten geven je energie om te denken, praten, bewegen, enzovoorts. Vooral voor de hersenen en rode bloedcellen zijn ze belangrijk. De hersenen kunnen zelfs niet zonder glucose, een koolhydraat. Koolhydraten zijn voor het lichaam dus een belangrijke bron van energie. Ze zitten o.a. in groenten, fruit, noten, zaden en volkoren granen maar natuurlijk ook in snoep, koek, en andere zoete dingen zoals bijvoorbeeld taart.

Om het goed te kunnen uitleggen moet je weten dat er grofweg drie verschillende soorten koolhydraten zijn:
1. De ‘snelle’ koolhydraten
2. De ‘langzame lange’ koolhydraten
3. Vezels


1. De ‘snelle’ koolhydraten

Het zijn vooral de snelle koolhydraten die voor ellende zorgen. Deze worden razendsnel in de bloedbaan opgenomen. Je suikerspiegel schiet omhoog na het eten van ‘snelle en korte’ koolhydraten waardoor insuline ook meteen vrijkomt (insuline stimuleert vetopslag). Na de enorme piek in je suikerspiegel volgt er ook een diepe daling waardoor je je kort na het eten van iets suikerrijks weer trek krijgt, je moe en futloos voelt. Bovendien zijn producten met ‘snelle korte’ koolhydraten vaak producten met weinig voedingsstoffen. Het zijn eigenlijk ‘lege calorieën’: ze leveren veel energie maar weinig nuttige voedingsstoffen waardoor je lichaam er eigenlijk niets aan heeft.

Deze ‘snelle’ koolhydraten zitten bijvoorbeeld in de volgende producten:
- Snoepjes en zuurtjes
- Candybars zoals Twix, Mars, Bounty etc.
- Frisdrank
- Taart
- Koek
- Ijs
- Wit brood
- Vruchtensap


2. De ‘langzame lange’ koolhydraten

Deze worden ook wel complexe koolhydraten genoemd. Deze heten zo omdat het lange ketens moleculen zijn. Dit zorgt ervoor dat het meer energie voor je lichaam kost om al die ketens lost te maken, en er uiteindelijk pure suiker (glucose) van te maken om het op te kunnen nemen in het bloed. Langzame koolhydraten komen zodoende langzaam en geleidelijk in het bloed terecht. Zo ontstaat er geen enorme bloedsuikerpiek waardoor je je een stuk fitter voelt en je langer vol zit. Bovendien bevatten producten met ‘langzame lange’ koolhydraten vaak veel vezels.

Deze ‘langzame lange’ koolhydraten zitten in de volgende producten:
- Volkoren producten, zoals zilvervliesrijst, volkorenbrood, volkoren pasta, volkoren couscous
- Havermout
- Noten
- Peulvruchten
- Bonen
- Groente 


3. Vezels

Voedingsvezels (kortweg vezels) is de verzamelnaam voor een groep koolhydraten die niet in de dunne darm worden verteerd. Al deze verschillende soorten vezels hebben een tal van gezondheidseffecten in het lichaam. Zo houden ze de massa in de darm soepel en zorgen ze voor een goede doorstroom, wat de stoelgang bevordert. Daarnaast hebben ze onder andere een hormoon regulerende werking, verlagen ze het cholesterol en zorgen ze voor een beter verzadigingsgevoel. Volkorenproducten, groenten, fruit en peulvruchten bevatten veel vezels.

Conclusie

Als je op je gewicht wilt letten is het belangrijk om ‘snelle koolhydraten’ uit koek, snoep, frisdrank, taart etc. te vermijden en meer te kiezen voor producten met ‘lange langzame’ koolhydraten en vezels. Koolhydraten zijn op zichzelf staand niet slecht, pas als je boven je energiebehoefte eet zal je aankomen. De reden dat mensen afvallen als ze minder koolhydraten gaan eten, ligt niet zo zeer aan het feit dat men koolhydraatarm eet. Het komt omdat ze vaak meer groenten en fruit gaan eten en minder calorierijke producten eten en daardoor minder calorieën binnen krijgen.