Maar ook uit ander onderzoek komt steeds weer naar voren dat verstoringen in het darmmicrobioom verband houden met allerlei ziekten en klachten, maar dus ook ziekten van het brein, zoals depressie en dementie.
De onderzoeken naar de relatie tussen microbioom en depressie zijn voor een deel gebaseerd op gegevens van het HELIUS- onderzoek waaraan 3211 personen deelnamen. Daaruit bleek dat er een duidelijke relatie is tussen de samenstelling van het microbioom en depressie.
Er is een verband met depressie wanneer er:
Dit verband, tussen het darmmicrobioom en depressie, was even sterk als voor andere risicofactoren voor depressie, zoals roken, alcoholgebruik, weinig bewegen & overgewicht!
Om te kunnen vaststellen of de gevonden relaties tussen het microbioom en depressie door andere onderzoeken bevestigd worden, vergeleken onderzoekers van het Erasmus MC de gegevens uit het HELIUS-onderzoek met de gegevens van het ERGO-onderzoek.
Beide onderzoeken bevestigen een consistent verband tussen het vóórkomen van depressie en twaalf groepen bacteriën. Dit vergelijkend onderzoek geeft ook een verklaring: deze twaalf bacteriegroepen produceren namelijk ‘neurotransmitters’, stoffen die een belangrijke rol spelen bij onze gemoedstoestand en dus ook depressie.
Wist je dat onze darmen 95% van alle serotonine in ons lichaam aanmaakt? Ook wel het ‘happy hormone’ genoemd? En dat onze darmen zo nog meer dan 25 neurotransmitters aanmaken? Zo bepalen je darmen ook mede hoe je je voelt.
Meer diversiteit in je darmbeestjes? Voeding is de belangrijkste voorspeller van een gezond darmmicrobioom. Met elke hap beslis jij of je je beestjes voedt of niet voedt.Volg deze formule:
MEER VERSCHILLENDE PLANTJES ETEN
=
MEER DIVERSITEIT IN DARMMICROBIOOM
Zo kun je ervoor zorgen dat je darmen de beste supporter zijn van je hersenen!